Spinning doe ik al sinds 2001, ik ben begonnen bij een van de eerste sportscholen in Nederland waar dat kon. Toen ik nog alleen fietste, deed ik het elke week, misschien op hoogzomer na. Later werd het wat minder, ik fietste ’s winters sowieso minder en ik vond het lastig om de intensiteit ervan te combineren met zware hardlooptrainingen.
Want spinning is intensief – ik streef naar hoge pieken. Het is immers maar een uur, en als ik dan niet diep ga, voegt het qua trainen weinig toe. Bovendien leent het zich heel goed tot diepgaan, met de opzwepende muziek, het gezelschap en de fiets die een torenhoge trapfrequentie mogelijk maakt.
Dat heftige diepgaan, daar had ik deze herfst wel weer eens zin in. Bovendien past dat goed bij de tijdrittraining en wist ik dat ik deze winter geen hardloopdoelen zou gaan nastreven. Dat maakte ruimte voor een zware training.
Ik was sinds de eerste lockdown nauwelijks meer in de sportschool geweest, en er zijn wel wat dingen veranderd waar ik nogal aan moest wennen. Het aantal spinninglessen per week was al verminderd ten opzichte van jaren geleden, en nu zijn het er nog minder. Juist de momenten die mij het beste uitkwamen, zijn van het rooster geschrapt. De spoeling is nu dun: maandag-, dinsdag- of woensdagavond. Waarvan dinsdag het handigste uitkomt: dan is de les laat en kan ik ervoor eten.
Daar komt bij dat reserveren verplicht is, via een app, en soms lastig. De plekken worden één week van tevoren vrijgegeven, wat betekent dat je je precies op het moment dat de les begint kunt inschrijven voor die van volgende week. En dus zitten de meeste spinners met hun telefoon in hun handen klaar in de zaal. Ik vind dat helemaal niks, dat gehannes met zo’n telefoon. Maar ik ben het ook maar gaan doen om een plekje te bemachtigen. Want de lessen lopen soms snel vol (al is er ook al een keer een niet doorgegaan bij te weinig aanmeldingen, maar dat had met het WK voetbal te maken).
De wachtlijst is helemaal ongelukkig: iedereen op die lijst krijgt tegelijk bericht als er plek is, en wie zich dan het eerst aanmeldt, heeft de plek. Aangezien ik ook in het dagelijks leven niet aan mijn telefoon vastgeplakt leef, is het me laatst overkomen dat ik zeven keer achter het net viste en uiteindelijk geen plek had. Dat is zo frustrerend, dat ga ik niet nog een keer doen. Het was mogelijk een beetje januari-probleem: drukker dan anders door goede-voornemens-sportschoolbezoekers.
Kortom, in een ideale wereld zou ik een andere logistiek willen. En meer lessen. Ik speel met de gedachte om over te stappen naar een sportschool waar je ‘on demand’ virtuele lessen kunt volgen. Maar daar staat tegenover dat ik de lessen bij FitsportLand wel heel leuk en goed vind, vaak met goede muziek, en dat de instructeur en het gezelschap ook wel helpen om diep te gaan. Niet dat ik veel aanspraak heb, ik heb soms de indruk dat de anderen elkaar allemaal al jaren kennen van de voetbal enzo, maar alleen al hun aanwezigheid stimuleert.
Want dat ga ik, en dat is de bedoeling. Met het oog op de tijdrit heb ik twee trainingsdoelen bij spinning:
- Zeer intensief trainen, met een hartslag royaal boven m’n omslagpunt. Dat is intensiever dan nodig is voor de tijdrit, maar dat is om dat anaerobe gebied te ontwikkelen. Dat past mooi nu in het seizoen, want op de fiets krijg ik zo’n hoge intensiteit niet voor elkaar, al is het alleen maar omdat ik dan ook nog altijd een oog op het verkeer moet houden. Ik haal af en toe (niet elke week) een slag of 8 boven m’n omslagpunt,en dan houdt de wereld toch een beetje op te bestaan, zal ik maar zeggen. Op de wegfiets is dat niet veilig, bij spinning is het tof. Hoe hoog mijn hartslag oploopt, verschilt per week. Het hangt af van de les en van eventuele restjes vermoeidheid bij mijzelf. Boven mijn omslagpunt komen lukt vrijwel altijd wel. Dat het af en toe zo hoog wordt als 8 slagen erboven, verrast me wel. In al die jaren dat ik ook veel hardliep werd het nooit zo hoog.
- Zwaar trappen – krachttraining dus. Ook dat kan prima op de spinningfiets, door de weerstand hoog te zetten. Om gewoon te trappen of om een running of hoover te doen – staan met je bovenlijf stil. Dat komt hard aan op je bovenbenen!
Verder draagt spinning nog wel wat bij aan mijn coördinatie (zeer hoge trapfrequentie, staan, soms balansoefeningen) en hitte-verwerking (ik krijg het er snikheet bij), en houdt het het fietsen leuk in deze grauwe, natte en waterkoude maand.
Alles bij elkaar is het wel een loodzware training, de zwaarste in een gewone trainingsweek, waar ik dus goed van moet herstellen. Echte voorbereidingstraining ook, want het is dus net niet tijdrit-specifiek, ook niet door de andere fiets. Die specifiekere training, daarvoor heb ik straks nog de maanden met beter weer.
Het voordeel van een telefoon bij me hebben is dat ik een foto kan maken. Hier is mijn uitzicht vanaf de spinningfiets, van gisteravond, toen ik, voor zover ik me herinner voor de allereerste keer ooit, de enige vrouw was in de les: