Kippenvelverhaal

FlapOja, dat filmpje van de Donorweek toen… met die triatleet die nog gauw even onder de naar beneden komende spoorbomen doorschiet. Dat hele filmpje was natuurlijk totaal over the top en daarom erg goed in het bereiken van zijn doel. Ik weet nog wel dat ik me toen verbaasde over de discussie en uiteindelijk ook over de uitspraak dat het ‘kwetsend‘ zou zijn.

Hoe kom ik daar nou op? Omdat ik net het hele verhaal van de hoofdpersoon uit dat filmpje heb gelezen, Wouter Duinisveld: De hartslag van een ander. Van transplantatie naar triathlon, door Marcia Jansen als ghostwriter (want het boek staat in de ik-vorm). Het is een verhaal waarvan je al kippenvel krijgt bij de samenvatting: bij een gezonde, sportieve jonge kerel slaat een griepvirus op zijn hart en dat overleeft hij maar net. Na vijf maanden ziekenhuis is het daarna wachten op een donorhart. Dat komt, en daarna pakt hij langzaam-maar-zeker en met een boel tegenslagen (o.a. door infecties vanwege het onderdrukte immuunsysteem dat afstoting van het donorhart moet voorkomen) het sporten weer op, om uiteindelijk een Ironman te voltooien.

Zo. En dan begint het boek ook nog eens met een aangrijpend voorwoord aan zijn beide kinderen, want hij weet niet of die hem lang bewust gaan meemaken. Want triathlon of niet, de levensverwachting van een getransplanteerde is niet zo hoog. Ik had bij het voorwoord al vochtige ogen, en de hoofdstukken daarna, over zijn ziekte, het wachten, de transplantatie en het herstel, heb ik ademloos uitgelezen.

Daarna vond ik het boek ietsje taaier. Het blijft weliswaar toegankelijk geschreven, maar de herhaling van sportsucces-tegenvaller-sportsucces-tegenvaller wordt wat saai, zeker omdat de uitkomst al bekend is. Een betere schrijver had daar iets spannenders van kunnen maken, bijvoorbeeld van de keer dat hij zich ten onrechte veel zorgen maakte over een zere teen. Of iets diepgaanders, want wat hem beweegt blijft net iets aan de oppervlakte, zeker omdat sporten voor hem niet zonder risico is. Zijn omgeving zit daar nogal mee. Sporten – ja. Maar een Ironman? En ook dat van dat filmpje had verder uitgediept kunnen worden.

Nou is Duinisveld geen sportieve Mr. Average: in zijn jeugd zat hij bij de nationale jeugdselectie van rugby. Hij had dus al een bovengemiddelde sportieve aanleg. En hij heeft daarnaast ook een enorme dosis optimisme en doorzettingsvermogen – anders was hij nooit zo ver gekomen. Dat is indrukwekkend aan dit verhaal, waarin ik wel wat herken van de verhalen van topsporters, die zijn op die gebieden ook echt anders dan gewone stervelingen (en enigszins vervreemdend vind ik dat altijd ook, maar dat terzijde).

En ik vind het superknap dat Duinisveld met een begrensde hartslag een Ironman volbrengt in 13 uur en 37 minuten. Dat moet ik met m’n eigen hart eerst maar eens zien te halen!


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.