Volgende boek (hierna nog één, althans, als ik niet tussentijds wéér iets leuks lees): Het sportbrein. Mythes uit de sportpsychologie ontrafeld. Dat viel me een beetje tegen. Dat is natuurlijk altijd een kwestie van verwachtingen: op basis van de ondertitel had ik meer ‘debunking’ van mythes verwacht. Dat is echter maar af en toe een paginaatje. De rest is eigenlijk een algemene inleiding in de sportpsychologie en mentale training.
Over die mythes: dat is leuk, ik houd van het ontzenuwen van onwaarheden. Die pagina’s zijn dus ook de sterke kant van het boek. Het gaat om van die zaken als ‘Je moet steeds 100 % gefocust’ zijn – dat kan helemaal niet. Of ‘never change a winning team’. Jawel, want anders dreigt het op je lauweren rusten of de wet van de remmende voorsprong. Enzovoort.
Over de rest, dus het meer algemene gedeelte: dat is denk ik interessant voor beginners in de sportpsychologie en de mentale training. Ik wist het eigenlijk allemaal al. En ik vind Focus veel beter. Vooral omdat dat boek een duidelijke invalshoek kiest en die uitwerkt. Het Sportbrein doet van alles een beetje, en ik ben bang dat het daardoor ook weinig praktisch is.
Het ‘ergste’ voorbeeld van de vluchtigheid is de bespreking van de Wave Work Roles. Dat zijn acht rollen, maar ‘om de leesbaarheid niet in het gedrang te brengen’ (p. 44) staan er maar drie beschreven. Huh? Die drie rollen staan elk op één pagina met een plaatje erbij. Mij lijkt dat je ze makkelijk alle acht zo zou kunnen beschrijven. Een lezer voor wie dat te ver gaat, bladert er zo doorheen.
Maar goed. Lezers helpen, dat is mijn andere vak.