Vandaag voor het eerst in heel lang meer dan 200 kilometer gefietst – 150 meter meer. Ik kwam eigenlijk op 199,5 uit en toen heb ik nog een heel klein ommetje gemaakt om die mooie 2 daar vooraan in beeld te zien verschijnen:
De laatste keer boven de 200 km die ik me herinner was nog in Afrika, de laatste dag in Botswana naar Buitepos, net over de grens met Namibië (april 2008; 207 km). Nou zijn kilometers op de fiets niet altijd een indicatie voor zwaarte, want vandaag was (ondanks best veel wind) veel minder zwaar dan de 156 kilometer die ik 2 jaar terug op Hemelvaartsdag fietste naar Buitenkunst: met bagage achterop voor een weekend kamperen, alles tegenwind, urenlang regen en de hele dag kou (het was toen de koudste 29 mei ooit ofzoiets).
De tocht bestond vandaag trouwens uit 5 delen: (1) naar Krimpen, (2) rondje Krimpenerwaard van 75 km, georganiseerd door TC de Waardrenners, erg mooi, (3) terug naar huis, (4) een rondje Midden-Delfland/Westland van 50 km en tot slot (5) nog zoiets van 25. De eerste drie delen waren samen met Henk, en tussen deel 4 en 5 heb ik thuis gegeten – manlief moest vroeg weg. Kwam mooi uit, kon ik meteen het slot van de Tour-etappe meepikken.
En oja, 200 km fietsen hoeft niet, hè, als Ironmantraining. Maar een beetje overcapaciteit is goed en ik kan al bijna denken: het is straks maar 180 kilometer!