Toen ik vanochtend in het ziekenhuis was voor een bezoek aan de orthopedisch schoenmaker heb ik gevraagd of ik mijn röntgenfoto’s van 10 dagen terug kon krijgen, en dat mocht. Dit is mijn voet:
De twee sesambotjes zijn er goed op te zien: die twee erwtjes onder het meest rechter middenvoetsbeentje. Ertegenaan is nog een derde, kleinere en vagere ronde vorm te zien en dat is waarschijnlijk een spoor van de ontsteking, vocht ofzo.
Dit is ‘m nog een keer, van opzij:
Met die voet en ook met de andere is niks mis, zo zei ook die schoenmaker (erg aardige kerel trouwens). Zo van: jij hebt alleen maar tijdelijk een aangepaste zool nodig, na een gevalletje dikke pech. Die zool is-ie nu aan het maken, met meer steun onder mijn voet en een uitsparing onder de sesambotjes en erop gericht om het afwikkelen wat meer over mijn hele voet te spreiden en niet alleen richting mijn grote teen te doen. Daarmee krijgt de ontstekingsplek meer rust en is de voet eerder belastbaar. De zooltjes worden zo gemaakt dat ze ook voor hardlopen geschikt zijn. Klinkt veelbelovend.
Wel zei hij dat ik mogelijk die zooltjes graag wíl blijven dragen, omdat het lekkerder is. Hij vond bijvoorbeeld dat ik weinig ‘kussentje’ onder mijn voorvoet heb, alleen maar dunne huid, en dan is een dempend zooltje daar wellicht wel prettig. Mijn gebrek aan ‘kussentje’ ken ik wel: ik ben al door meerdere fysiotherapeuten tot ideale oefen- en demonstratiepatiënt verklaard omdat bijvoorbeeld mijn rugwervels zo dicht aan de oppervlakte liggen en dus heel goed zichtbaar zijn.
Ondertussen gaat de sesamoïdits wel vooruit, maar het gaat me te langzaam natuurlijk (typisch sportersongeduld). Wat ik lastig vind, is dat ik het pas een dag later merk als ik de voet te veel belast heb. Ik vermoedde dat vorige week al, en dat vermoeden is versterkt: ik merk te veel doen in de vorm van napijn. Vorige week was 2X15 minuten wandelen (naar mijn Utrechtse werkplek) al/nog te veel. Ik ben dus weer terug op een streng regime van rust (in Utrecht voor dat lullige afstandje toch maar de OV-fiets). Dan heb ik in het dagelijks leven nauwelijks nog pijn. Daarbij ijs, rekken, onbelast bewegen en Voltarengel. En vooral hopen dat het opschiet.
Maar dat van die napijn, daar baal ik van – dat maakt opbouwen echt lastig, ook straks met het hardlopen. Bewegen zelf voelt namelijk prima, ik krijg dan geen enkel signaal van te ver gaan, en een dag later kan ik daar niets meer aan doen natuurlijk. Hopelijk is het na nog een week rust en straks met die zooltjes makkelijker.
Ondertussen heb ik de slag van het alternatieve, looploze trainingsprogramma aardig te pakken. Vrijdag enorm genoten van mijn eerste wat langere rit op de triathlonfiets, en ik ben volgens mij goed bezig om twee zwakke plekken (schouders en core stability) aan te pakken. Vanavond ga ik voor het eerst dit seizoen weer eens spinnen. Vandaag lijkt het weer even niet zo, maar toch: ik voel de lente af en toe kriebelen!