Vandaag en gister is er een combinatie van dingen in het nieuws die mij al langer zorgen baart. Aan de ene kant is er maar weer eens gesignaleerd dat Nederlanders niet genoeg bewegen, sterker nog: dat ‘we’ nog minder zijn gaan bewegen.
Aan de andere kant is het afgelopen weekend bal geweest op de fietspaden – de oplopende ergernissenstrijd met het doorlopende zwarte-pieten: de racefietsers zijn de schuld, nietes, de e-bikes. Auto’s gaan ondertussen vrijuit. Ook ik heb zondag een stukje over de weg gefietst. Toen heb ik één auto ‘gehinderd’. In diezelfde tijd reden er vijftien fietsers op het fietspad waar ik allemaal omheen had moeten manoeuvreren. Ik heb het al vaker geconstateerd: het fietspad van de Delftweg kan op mooie dagen de vervoersstromen met de grote snelheidsverschillen simpelweg niet aan. Pak dan toch alsjeblieft wat ruimte af van de auto’s. Ik heb dat bij de gemeente geopperd, maar er nooit wat op teruggehoord.
Daarbovenop herinnerde de gebiedscommissie van onze wijk ons er vandaag op Facebook aan dat zwemmen in de Schie niet mag en een boete van € 140 kan opleveren. De drie plekken die ze als alternatief geven zijn (1) betaald, met een jaarabonnement (2) 8 kilometer verderop en gevoelig voor blauwalg en zwemmersjeuk, en (3) 15 kilometer verderop. Ja, dahag!
Dat alles in een gebied waar ze aan twee kanten nieuwe snelwegen aan het bouwen zijn en waar de tennisbanen mogelijk opgeofferd gaan worden aan dure woningbouw.
Dan vraag ik me dus af: we moeten allemaal meer bewegen. Waar dan?