Ik heb vandaag mijn beste lange afstand ooit gelopen – dat geeft moed. Ik ben dit seizoen bezig de halve marathon beter onder de knie te krijgen. Vorig jaar heb ik een fatsoenlijke gelopen in 1u 58’43, en dit seizoen gaat het tot nu toe allemaal beter: de lange duurlopen gaan makkelijker en de snelheid komt ook makkelijker. Twee weken geleden heb ik de eerste halve marathon van het seizoen gelopen. Ik had toen geen topdag en het was zwaar in de wind en op het harde asfalt van de gloednieuwe A4, en dus kwam ik niet verder dan 2u01’59, en dat was een teleurstelling (al was het wel erg leuk om te doen, die A4run).
Vanochtend was een ‘tussendoortje’: een wedstrijd die niet op mijn schema stond maar die me wel leuk leek en die een intensieve duurloop verving: 10 Engelse mijlen bij Spirit (‘Spirit goes British’). Bij Spirit kom ik vaker; manlief was er lid voordat hij naar Rotterdam verhuisde, en ik loop altijd graag in de Hoeksche Waard.
Ook dit keer weer. De omstandigheden waren ideaal. Ik twijfelde even, maar koos voor korte broek en dat bleek zelfs nog bijna te warm. Op 22 november dus hè, wauw! Er was een windje, maar tegen hinderde het niet en de laatste drie kilometers blies het lekker in de rug. Ik raakte bij de start aan de praat met een kerel met wie ik vervolgens 12 kilometer gelijk op liep, keurig vlak net onder de beoogde 5’30 per kilometer. Die laatste kilometers kon ik nog fiks versnellen, en zo liep ik over de 16, 09 kilometer precies 1 uur en 27 minuten, met een fraaie negatieve split (2e helft sneller dan de eerste). Ha, zo wil ik lopen!
Als ik in duurlooptempo (6’ per kilometer) nog 5 km was doorgelopen, had ik een PR op de halve marathon gelopen, en als ik dit tempo had kunnen vasthouden, was het onder de 1u55 geworden. Dat wil ik graag lopen, en nu weet ik in elk geval dat dat reëel is. Hopelijk zijn de omstandigheden binnenkort een keer zo gunstig op de halve. Want als, daar koop je niks voor!