Dat ‘Hmm’ in de titel is er niet eentje van jummie, lekker, maar meer van tsja, ik weet het even niet, dus een hmm waarbij je ook op je hoofd kan krabben. Dat is zoals ik me voel na mijn tweede halve marathon van het naseizoen, gisterochtend in Leiden.
Het was een leuke loop, een informele, kleinschalige, kneuterige en zelfs ietwat oubollige trimloop in Leiden over een aardig parcours, drie rondjes van 7 kilometer door Polderpark Cronesteijn. De start was om half 11 en toen woei het nog niet zo hard en bovendien zorgden de bosjes in het park voor wat beschutting.
De wind kan ik er dus niet echt de schuld van geven dat het slecht ging. Nouja, slecht… ik evenaarde zo ongeveer mijn PR van eerder dit jaar: 1uur58-nogwat (deze loop was net iets te kort eigenlijk). Dat was drie minuten sneller dan een paar weken geleden bij de A4Run. Maar toch was ik niet tevreden. Enerzijds was dat omdat ik denk dat ik harder zou moeten kunnen. Ik was weggegaan op 5’30 per kilometer, en dan zou ik op 1u56 uitgekomen. Dat lijkt me eigenlijk best reëel gezien hoe ik train en hoe ik een paar weken geleden 10 Engelse mijlen liep. Vooral de lange duurlopen gaan goed, beter dan ooit, dus dan zou er ook een betere halve marathon uit moeten rollen, ja toch?
Dat dat dan niet lukt, dat is op zich geen ramp en het gaat me ook niet om die paar minuutjes. Wat me meer dwars zit, is de manier waarop. Vanaf ongeveer halverwege al werd het per kilometer steeds zwaarder, en boven de 16 gingen mijn benen stevig pijn doen. De laatste twee kilometer heb ik meer gestrompeld dan hardgelopen, naar mijn idee, met veel pijn in linkerbovenbeen en rechterknie en trager dan op duurlooptempo. Ik heb vandaag ook nog fikse spierpijn – vooral de trap af is geen feest.
En dat bevalt me niet: ik doe geen duurtrainingen van twee uur om na een uur langzaam maar zeker af te branden. En mijn doel voor dit deel van het seizoen was om de halve marathon beter onder de knie te krijgen. Dat gevoel heb ik nu echter helemaal niet – beide halve marathons waren een worsteling.
Hoe komt dat toch? Die A4Run was een zware halve marathon, daar was iedereen het over eens. Gister kan ik zo’n omstandigheden-excuus niet bedenken. Ja, er was wind, maar om daar nou zo op leeg te lopen? En iets anders kan ik ook niet echt bedenken.
Vandaar: hmm. Ik weet het even niet. Morgen nog maar eens met de atletiek-trainer over hebben. En nóg maar een poging wagen binnenkort. Want misschien was het wel gewoon pech.
Ik heb het hmm-gevoel heel vaak. Het gaat soms niet, maar waarom? Geen idee. Daar staat tegenover dat ik soms ook een hee-gevoel heb en aangenaam verrast ben door de prestaties van mijn lichaam. In beide gevallen ben ik geneigd om (net als in de vorige zin) in de derde persoon over mijn lijf te praten. En dan denk ik toch weer: hmm. Wat minder mysterie of toeval zou wel prettig zijn.
Ja, de aangename verrassing ken ik ook – dat was die loop van 10 Engelse mijl en onder andere ook mijn sportieve hoogtepunt van afgelopen jaar: het enorme PR op de kwart triathlon in mei, toen ik de klok niet kon geloven (daarover in een soort eindejaarsterugblik volgende week meer). En ja, helemaal eens met die laatste zin! En fijn dat ik niet de enige ben (-;