Over het trainen op weg naar het naseizoen
Ik schreef in juli dat er zeven wedstrijdloze trainingsweken zouden volgen, en daarna de rest van het seizoen. Helemaal kloppen deed dat niet, want ik heb toch nog een wedstrijdje gedaan, maar dat wist ik toen nog niet.
Desalniettemin stond het trainen centraal. Met fietsen ging dat goed; ik heb hier al verslag gedaan van de 7 en 3,5 uur fietsen naar en van Buitenkunst, het trainingsritje in Limburg en de parcoursverkenning in Denemarken. Dat was allemaal op andere fietsen dan de triathlonfiets, daar had ik 6,5 week niet op gereden. Dus die heb ik eergister ‘proefgedraaid’ en wat is het toch een lekker fietsgevoel, zo’n strakke, snelle fiets!
Zwemmen was even lastig bij Buitenkunst en in Denemarken, maar het buitenwater is nog lekker en ik heb de afgelopen week veel kunnen zwemmen. Ik ben niet wezenlijk langzamer geworden gelukkig.
Met lopen hield ik een aardige regelmaat. Ik train sinds m’n marathontraining-zonder-progressie op heel eigenwijze wijze, namelijk volgens de souplessemethode. Het gaat nog een beetje op en neer, maar mijn indruk is dat de snelheid steeds makkelijker komt, en ik ben benieuwd wat dat gaat opleveren bij de komende wedstrijden. Het is een experiment, en ten opzichte van hoe ik eerder trainde bij de atletiekvereniging is dit veel minder zwaar. Misschien werkt dat beter voor me?
(Details: één keer in de week doe ik een intervalloop van ongeveer 10 km met daarin 2X1 km in halve-marathontempo (Zoladz-zone 3; 5’30/km), 3X400 meter rond de anaerobe drempel (zone 4, 5’/km), 4X200 meter nog harder (zone 5 dus) en 5X100m lekker hard, puur op techniek/souplesse. Dat alles met veel rust ertussenin, zodat je de intervallen technisch netjes (soepel) kunt lopen. De tempo’s tussen haakjes waren mijn beginsnelheden, inmiddels is dat alweer wat conservatief en loop ik ze dus iets harder. De andere training is een wedstrijd of een duurloop van 7-10 km, op gevoel, in zone 1 à 2 (6′-6’30/km), soms met halverwege of aan het eind ook nog enkele van die souplesse-100-metertjes. Dat is, zo ongeveer, het advies van die methode voor de 10 kilometer als je maar twee keer per week traint.)
Daarnaast heb ik volgens mij voor het lopen ook baat bij de opfriscursus Chi-running die ik begin juli deed bij Annemarie van Energia. Ik werd me ervan bewust dat ik, vermoedelijk mede onder invloed van de hardlooptrainersopleiding, te veel mijn best was gaan doen op ‘goed’ lopen (een oude bekende van me: te hard mijn best doen), waardoor ik dat bijvoorbeeld met te veel spierspanning was gaan doen. Bovenrug te strak recht, onderbenen te hoog opzwaaien naar achter, dat soort dingen. Ik ben nu dus aan het zoeken naar ontspannener lopen en meer gebruik maken van botten en pezen dan van spieren. Dat is nog steeds lastig als ik hard wil lopen, maar ik boek wel vooruitgang. Annemarie vatte mijn verhaal over moeite met lang lopen samen als ‘lopen put je uit’ en ik dacht ‘bingo’. Dus: ik ben deze zomer op zoek naar minder uitputtend lopen!
Fitness/spinning ging wel als ik thuis was, maar bodybalance heb ik ook een paar weken niet kunnen doen omdat ik weg was of het zomerrooster niet uitkwam. Mijn oefeningen ben ik wel trouw blijven doen, ik had naar Denemarken mijn eigen matje bij me:
Wat ook nog leuk was, was dat we afgelopen zondag een trainingsdag hadden van de Vrouwentriathlon: openwaterclinic, zwemloopje en fietstocht, verzorgd door Sione van Siosport en de Vrouwentriathlon (en onlangs de eerste Nederlandse bij de Ironman van Maastricht, 4e dame overall, 1e in haar agegroup en dus nu bezig met Kona-voorbereidingen!).
Het zwemloopje was het meest memorabel, eerst door mijn slechtste wissel ooit. Ik had nog nooit eerder een zwemloop gedaan, en zo kon ik dus ervaren dat het aantrekken van loopschoenen direct na het zwemmen anders is dan na fietsen, over die natte voeten. De tong van m’n schoenen propte op naar binnen toe, waardoor ik één schoen zelfs weer helemaal uit moest trekken. Hier (rechts) sta ik te prutsen (foto van Siosport):
Weer wat geleerd, en desalniettemin werd ik 3e van de (ik geloof) 11 deelneemsters, ik haalde er tot mijn verbazing 3 in bij het lopen (kleine 3 km)!
Dat lopen voelde ook erg lekker. Helaas had ik weer een probleem met m’n horloge, nouja, ik heb het ongetwijfeld weer zelf gedaan, op ‘lock’ drukken, en daardoor heb ik het lopen niet precies geregistreerd, dus ik weet helaas niet hoe hard ik precies liep. Het is wel het seizoen van op-de-foute-knopjes-drukken, zeg!
Daarnaast was ook de fietstocht erg mooi: schitterend weer + landschap (Betuwe, vanuit Beusichem). Op de onderste foto in het verslag op de Vrouwentriathlon-site zie je mij op de rug. Ik was daar samen met Yolanda ‘achterwacht’ van het pelotonnetje; wij fietsten het allebei heel makkelijk (45 km, 25 km/u gemiddeld). Tijd om uitgebreid te kletsen, net zoals vooraf en tijdens de lunch: het was erg gezellig.
* * *
En nou eens kijken wat al dat trainen oplevert. Het naseizoen begint morgen, met nog vijf wedstrijden op het programma: Binnenmaas, Alphen (beide een kwart), Bosbaan (sprint) als echte triathlons, dan een run-bike-run in Spijkenisse (korte afstand, want die van Triathlon 010 smaakte naar meer) en de Kethelloop (5 of 10 km). Ik voel me goed en fit, ik heb er zin in!