Ik had er lang niet meer op durven hopen voor dit jaar, maar ik heb vandaag een echte, heuse triathlon gedaan! De 1/8e van de HIAthlon, in Hendrik-Ido-Ambacht. Pas een dag of tien geleden ingeschreven, toen ik er vertrouwen in kreeg dat het door zou kunnen gaan. Het klonk als een leuke breedtetriathlon. Ik heb inderdaad lekker buiten gespeeld vandaag!
Ik had van de week een beetje getaperd en gister nog wat yoga enzo gedaan, dus fysiek was ik er wel klaar voor, al was ik wel wat stijf – maar dat verdween precies op tijd. Gister had ik m’n fiets gepoetst, jawel, de racefiets: het fietsparcours zou vijf bochtige rondjes zijn, dan loont de triathlonfiets niet.
Een paar jaar geleden ben ik in Kopenhagen ook nog op deze fiets gestart, maar verder doe ik al meer dan vijf jaar triathlons op een andere fiets natuurlijk. Dat voelt dan toch zo als: leuk voor haar, dat ze dit nog eens mag meemaken.
Daarna m’n spullen gepakt, en net als vorige week kon ik merken dat dat lang geleden was: uh, waar is het talkpoeder voor in m’n loopschoenen, en waar de trislide om snel uit m’n wetstuit te komen – helemaal niet mee geoefend. Alles gevonden uiteindelijk. Wat een bult spullen, voor 1,5 uur sporten:
Dat was zelfs nog een tweesporenbeleid eerst, want er was kans op afgelasting van het zwemmen vanwege problemen met de waterkwaliteit. Pas later gister kwam het besluit: zwemmen mocht, maar er was wel nog een kleine kans op zwemmersjeuk, dus als je dat niet zag zitten, mocht je er een run-bike-run van maken. Ik heb even gegoogled en durfde het wel aan. Ik schrok eigenlijk meer van de watertemperatuur: 16,5 graad – oef, de Schie donderdag was nog bijna 20!
Op naar Hendrik-Ido-Ambacht, voor de start om 12 uur. Mooi zonovergoten park, met prima 1,5-meteroplossingen. Eerst een wachtplek:
En daarna veel ruimte in het parc fermé, een soort eigen territoriumpje:
Enige lastige was dat de serie ervoor uitliep en iedereen daarvan uit het parc weg moest zijn voordat wij erin mochten. Dus wij moesten op die wachtplek wachten, geen probleem. Toen we er eenmaal in mochten, was ik als één van de laatsten binnen, en ik was er amper en toen werd er omgeroepen dat we zouden gaat starten. Hallo – ik heb echt even tijd nodig om m’n spullen handig klaar te leggen én om m’n wetsuit aan te trekken.
Om me heen klonk meer gemor. Ik ben dus al wetsuit-aantrekkend naar de officials gehobbeld om te klagen. Het was een rollende start, dus wat later starten was geen probleem, maar uiteindelijk ben ik wel als laatste én overhaast gestart.
Tijdens het lopen naar het water realiseerde ik me dat ik in de haast m’n horloge niet startklaar had gezet. Het gehannes daarmee heeft me een plekje in het klassement gekost, want dat scheelt maar 4 seconden. En nog bleek ik het zwemmen niet geklokt te hebben. Nouja. De wedstrijdleider heeft na afloop nog excuses aangeboden en gezegd dat ze inderdaad wel wat gestresst waren geweest.
Zwemmen ging okee. Ik haalde er zowaar nog een paar in maar had verder alle ruimte natuurlijk, met die late start. Het water was fris maar niet te koud, geen zwemmersjeuk. Er gingen uit de eerste startserie verhalen over glas op de ondiepe bodem, maar ook daar niets van gemerkt. Mijn zwemtijd volgens de uitslag was 13’42, voor ongeveer 550 meter zwemmen + twee kleine stukjes lopen + wat moeizaam uit de plas krabbelen + klungelen met m’n horloge – kan ik niks over zeggen, maar het voelde goed.
Fietsen ging daarna super. Klein bekend stukje – ik ken Hendrik-Ido-Ambacht alleen van erlangs fietsen. Blij dat ik op de racefiets was, niet zozeer vanwege het sturen, maar omdat het iets van 8 keer per rondje, dus 40 keer in totaal, optrekken uit de bocht was, en ik ga op de racefiets makkelijker staan daarvoor. Ik ging dat wel voelen, maar dik tevreden. Zelf heb ik 31,2 km/u geklokt en in de uitslag heb ik van alle vrouwen de 2e fietstijd! Ook weer dik voldoende ruimte, dankzij het uit elkaar getrokken en sowieso kleine startveld.
Lopen ging zo-zo – ik constateerde vorige week al dat ik niet op dreef ben na te veel alleen maar basistraining (werk aan de winkel voor de winter). Het voelde wel alsof ik het gaspedaal intrapte, maar heel hard ging ik niet en mijn hartslag bleef eigenlijk ook wat te laag. Het was bovendien een grappig maar lastig parcours: schelpenzandpaadjes en twee forse onverharde stukken, waarvan één door een bonkig weiland. Ik kreeg er ‘In een groen-groen-groen-groen-knollenknollenland’ van in mijn hoofd! 5,4 km in 32,23 (zelf geklokt) – mwah.
Op het moment dat ik finishte had ik geen idee van totaaltijd of klassering. Het was water en medaille pakken en daarna meteen wegwezen, want er volgde nog een startserie, op de korte afstand. Dat was wat abrupt, dat voelde een beetje leeg, maar goed, dat is niet anders. Wie weet is een triathlonmedaille uit 2020 straks wel een collector’s item:
Ik had nog net even tijd voor een wisselzone-selfie:
In de middag kwamen de uitslagen dan wel. Ik ben gefinisht in 1:26:59 en daarmee 7e geworden van in totaal uit de twee series (slechts) 12 vrouwen – dat waren er maar weinig, op 83 deelnemers in totaal (+ 24 voor de run-bike-run). Geen leeftijdscategorie-onderverdeling. Meer in detail:Mijn startserie vond ik voor zo’n breedtetriathlon nog best hoog niveau en goed materiaal; in de eerste serie waren meer niet-racefietsen enzo te zien geweest.
Ik was tevreden. Ik heb lekker gesport onder perfecte omstandigheden, en ik ben vooral erg blij dat ik dit seizoen toch nog een leuke triathlon heb kunnen doen. Het blijft toch gewoon leuk, de bedrijvigheid in zo’n wisselzone en de drie sporten achter elkaar. Ik heb wat kunnen ouwehoeren ook, zeker tijdens dat wachten, en na afloop nog met een vrijwilliger, dat was ook leuk. Lekker om weer mee te maken!
En wat er verder ook nog gaat gebeuren – deze pakken ze me niet meer af! Een echte heuse triathlon in het rare sportjaar 2020! HIAaaaaaa!