Vorig jaar om deze tijd voelde ik me Heintje Davids: ik nam afscheid van het openwaterzwemmen en twee dagen later sprong ik alweer in de Schie. Ik had heel september nog met veel plezier buiten gezwommen. Langzaam-maar-zeker voelde ik het kouder worden, en ik nam me voor 1 oktober te halen en er dan een punt achter te zetten. Zo gezegd, zo gedaan. 1 oktober was een stralende dag en het was prachtig buiten (net als vandaag, maar als ik me goed herinner warmer en met meer mist), dus met een melancholiek gevoel zei ik de Schie vaarwel voor een maand of acht.
Twee dagen later was het nog steeds van dat mooie, stille herfstweer. Ik stond al klaar om naar het zwembad te gaan toen ik bedacht: ‘als het eergister nog ging, gaat het vandaag ook nog’. En zo zwom ik dus nóg een keer mijn zo vertrouwde retourtje Doenbrug (dikke 2 km). Toen zat het er écht op.
Het dubbele afscheid symboliseerde voor mij de vertrouwdheid met en gehechtheid aan het openwaterzwemmen die dat seizoen was ontstaan. De onwennigheid van de eerste seizoenen was weg, en ik had ervan genoten, van ook zwemmend buiten sporten. In de zon, tussen het groen, oog in oog met futen en eenden, of soms ineens gekke waterplanten ontdekkend onder me, of wuivend naar schippers en roeiers. En met alle ruimte om me heen, in water zonder chloor.
Ook dit jaar heb ik maandenlang vrijwel alleen maar buiten gezwommen, grotere afstanden dan ooit. Op 9 september nog. Maar toen kreeg ik al dezelfde witte vingers die ik me van vorig jaar begin oktober herinnerde. En naderhand had ik het zelfs kouder dan toen. Ik dacht toen al meteen: ‘het zal er toch nog niet opzitten nu?’ Ik hoopte op nog wat mooi weer met veel zon, wat de afkoeling tijdelijk zou stoppen.
Niet dus. Het is sindsdien tot een paar dagen terug vrijwel non-stop slecht weer geweest, en nu het zonnig is, zijn de nachten koud. De watertemperatuur is gezakt en gezakt en gezakt en die is op dit moment enkele graden lager dan vorig jaar. Toen ik vorig jaar stopte, was de officiële temperatuur in de Bernisse 17,8 en op de Beerenplaat 18,6; op dit moment is dat 15,5 respectievelijk 15,4. Van de Schie weet ik geen officieel meetpunt, maar die is relatief koud vanwege het afwateren vanuit de weilanden. Die 2 à 3 graden maken veel uit. Onder de 18 zwem ik al niet meer zo lekker, onder de 16 is me echt te koud.
En zo zat het openwaterzwemseizoen er dus op 9 september ongemerkt zomaar ineens al op. Jammer, want ik had nog wel willen meedoen met de Branderszwemtocht. Jammer, want het zwembad is weer even slikken: de openingstijden zijn beperkt, duurtrainingen zijn er bere-saai, het krioelt er van de mensen, en naderhand moet ik niesen van het chloor (of wat stoppen ze tegenwoordig in het water). Jammer, want al die regen, kou en grauwheid van de afgelopen weken vond ik sowieso niet zo prettig – ik ben tig keer natgeregend op de stadsfiets.
Eigenlijk is het water in de Schie maar heel kort, begin juli, echt heel lekker zomers warm geweest – alleen toen heb ik zonder wetsuit gezwommen. En het duurde in het voorjaar ook nog eens heel lang voordat het een beetje warm was – in mei stagneerde de opwarming bijvoorbeeld. Van mij mag het opschieten, gauw weer voorjaar worden. Een wárm voorjaar, graag, en daarna een warme zwemzomer!